Aan het eind van de maand is het twee jaar geleden dat haar echtgenoot is overleden.

Haar maatje, haar eerste en enige liefde.

Na een huwelijk van 46 jaar is hij twee jaar geleden overleden ten gevolge van een tumor in zijn hersenen. Het zijn twee moeilijke jaren geweest, als ze erop terugkijkt. Het eerste jaar overleven en het tweede jaar proberen de draad weer op te pakken. Het valt niet mee, het gemis is constant aanwezig en duikt op de meest onverwachte momenten op.

Haar werk als verzorgende heeft ze dit afgelopen jaar weer opgepakt. Ook dit viel niet mee vooral als er zich onverwachte situaties voor deden, kon het verdriet haar overvallen en daar had ze moeite mee. Maar ze had begrepen dat dit erbij hoorde, rouw kent vele uitingen.

Na enige tijd weer deelgenomen te hebben aan het werkproces, had ze voor haar zelf besloten dat de verplichting van een vast contract, haar veel onrust gaf.

Met een leidinggevende gaat ze het gesprek aan.

De eerste vraag die haar gesteld wordt: “Gaat het dan nog niet goed met jou, is het dan nog steeds niet over?”

Achteraf heeft ze een teleurgesteld gevoel van dit gesprek. De woorden van haar leidinggevende geven haar het gevoel dat haar leidinggevende vindt dat het rouwen om haar echtgenoot, nu wel afgelopen moet zijn.

Ze betreurt het gebrek aan begrip, en vraagt zich af  waar dit uit voort komt? Het gebrek aan inlevingsvermogen, het niet invoelen hoe het moet zijn om je geliefde te verliezen?

Want wat zijn twee jaar op een liefdevolle relatie van 35 jaar, mag er ruimte zijn voor verdriet, voor je herpakken, de draad weer oppakken?

Een uniek proces die voor ieder anders is en waar je als rouwende niet zit te wachten op dat anderen oordelen en vinden dat naar hun mening, jouw periode van rouwen wel klaar moet zijn